

Juf Gemma Juf Elvan
Welkom in
groep 2!
Met veel enthousiasme, passie en plezier geven wij les aan
groep 2.
Groep 2 is een heel belangrijk jaar voor de kinderen.
Veel belangrijker dan velen onder ons denken. Kinderen in groep 2 ontwikkelen
zich in een razend tempo. Een goede coaching en begeleiding in hun ontwikkeling
is van essentieel belang! In groep 2 wordt de basis gelegd
voor het latere succes in de schoolloopbaan van de kinderen. Er wordt onder
andere hard gewerkt aan voorbereidend lezen, schrijven, rekenen, woordenschat,
kennis van de wereld en de kinderen leren veel op sociaal emotioneel gebied.
Door thematisch te werken, geven we betekenisvol les aan de kinderen. Kinderen
beleven een onderwerp van A tot Z.
Wat
gebeurt er dan allemaal in groep 2?
Executieve functies (zelfsturing)
Er wordt veel aandacht besteed aan de zogenaamde executieve
functies. Executieve functies sturen
je gedrag, gedachten en emoties aan. Het zijn regelfuncties die
vanuit je hersenen zorgen voor doelgericht en aangepast gedrag. Executieve functies zijn simpel gezegd
denkprocessen die belangrijk zijn voor jouw functioneren in het dagelijks
leven. Door executieve functies kunnen wij als mens doelbewust handelen, en
strategie ontwikkelen of om op tijd met verschillende stappen te beginnen.
Hieronder een korte omschrijving van iedere functie en hoe je dit zou kunnen
terugzien bij kleuters (of juist niet!):
1.
Responsinhibitie:
impulsbeheersing. Het vermogen om na te denken voor je iets doet.
Bij kleuters: op je beurt wachten, in de rij kunnen blijven
staan. Je kunnen inhouden als je heel boos bent.
2.
Werkgeheugen:
het vermogen om actief je geheugen te gebruiken. De vaardigheid om bij de
uitvoering van complexe taken de daarvoor noodzakelijke informatie beschikbaar
te houden.
Bij kleuters: wat heb ik nodig voor deze opdracht of dit
werkje? Denk ook aan geheugenspelletjes; ik ga op reis en neem mee …
Of het kunnen herhalen van de instructie.
3.
Emotieregulatie:
effectief omgaan met emoties. Het vermogen om emoties zo te reguleren dat
ze het bereiken van doelen, het afmaken van taken of het houden van controle
over gedrag niet belemmeren.
Bij kleuters: je over een teleurstelling heen kunnen
zetten of rustig blijven als speelgoed wordt afgepakt. Kunnen
zeggen wanneer je iets niet leuk vindt.
4.
Volgehouden
aandacht: de vaardigheid om aandacht bij een taak of situatie kunnen
houden, zonder te worden afgeleid door gebeurtenissen om je heen of gevoelens
van vermoeidheid of verveling in jezelf.
Bij kleuters: tijdens een spelletje blijven opletten en blijven
meedoen. Bij het voorlezen je niet laten afleiden door het kind naast je.
5.
Taakinitiatie:
taakmonitoring. Het vermogen om direct aan een taak te beginnen en te
kijken wat er nodig is om de taak te starten.
Bij kleuters: de juiste werkplek zoeken en direct starten zonder af
te dwalen van het einddoel.
6.
Planning/prioritering:
het vermogen om gedachten, taken, spel en opbergruimtes te ordenen en
toegankelijk te houden.
Bij kleuters: kunnen bedenken wat je nodig hebt voor een werkje en
dat verzamelen voor je begint. Bedenken op welke dag je welke taak
doet. In spel: een plan maken en je ook aan het plan houden.
7.
Organisatie:
Het vermogen ‘systemen’ te ontwikkelen en te onderhouden om informatie en
materialen te verzamelen en toegankelijk te houden.
Bij kleuters: bijvoorbeeld weten waar alles staat als je moet
opruimen.
8.
Timemanagement:
de vaardigheid om in te schatten hoeveel tijd er beschikbaar is en hoe je deze
kunt indelen om een deadline te kunnen halen.
Bij kleuters: bedenken dat je niet lang over je drinken kan doen als
je binnen bepaalde tijd ook nog moet eten. Je bewust worden van tijd.
9.
Doelgericht
gedrag: doorzettingsvermogen. Inzicht hebben in eigen houden en gedrag. Het
vermogen een doel te formuleren, te realiseren en daarbij niet te worden
afgeleid of afgeschrikt door tegengestelde belangen of verleidingen.
Bij kleuters: je bouwwerk proberen af te maken, hoe moeilijk het
ook is.
10.
Flexibiliteit:
het vermogen om te kunnen omgaan met veranderingen. De vaardigheid om plannen
en routines te herzien als de omstandigheden veranderen.
Bij kleuters: niet van slag raken wanneer dagritmekaarten ineens
omgedraaid worden. Tegen een verrassing kunnen. Niet in paniek raken van een
brandoefening.
11.
Metacognitie:
gedragsevaluatie. Het vermogen om eigen gedrag te observeren en vast te stellen
of het voldoet aan expliciete verwachtingen en ongeschreven sociale regels.
Bij kleuters: de gezichtsuitdrukking van iemand kunnen begrijpen als
jij iets geks doet. Kunnen zien wat jouw aandeel is tijdens een bepaalde
gebeurtenis, bijvoorbeeld op het plein.
Spelend leren
De kinderen groeien, bloeien en
ontwikkelen op een spelende manier. De kinderen worden intensief begeleid in
hun spel. Leerkrachten, onderwijsassistenten en stagiaires spelen met de
kinderen met achterliggende doelen. De onderwijsprofessionals weten aan welke
doelen ze werken met de kinderen.
VVE-begeleiding en NT2-begeleiding
De kinderen die een indicatie VVE of NT2
indicatie hebben, worden in kleine groepjes of 1-op-1 extra begeleid in de
ontwikkeling van de Nederlandse taal.
Ouderbetrokkenheid
Om kinderen in hun ontwikkeling
optimaal te kunnen begeleiden en coachen, is een goede samenwerking met ouders
noodzakelijk. We vragen daarom aan ouders om thuis bijvoorbeeld samen te
oefenen met kinderen (taal, rekenen, schrijven etc.), te praten met kinderen,
samen te kijken naar Bereslim en onze zorgen te delen met elkaar.
Ouderbetrokkenheid kan bestaan uit het helpen bij uitstapjes, de school
versieren, spullen mee te nemen van thuis etc. Maar ouderbetrokkenheid kan ook
verdergaan dan dat! Gesproken wordt dan over educatief partnerschap. Denk
hierbij aan bijvoorbeeld dat ouders in de klas komen vertellen over hun beroep
(een gastles). Tutorlezen kan ook een vorm zijn van educatief partnerschap.
Zoals jullie kunnen zien, gebeurt
er stiekem heel veel in groep 2! Als de goede dingen gebeuren en de dingen goed
worden gedaan dan wordt er een stevige basis gelegd in groep 2 en kunnen de
kinderen verder groeien en bloeien. De kinderen kunnen de personen worden, die
ze zelf zijn.