Juf Nina & Juf Kübra

Welkom in groep 1/2C !

Met veel enthousiasme, passie en plezier geven wij les aan groep 1/2.

Groep 2 is een heel belangrijk jaar voor de kinderen. Veel belangrijker dan velen onder ons denken. Kinderen in groep 2 ontwikkelen zich in een razend tempo. Een goede coaching en begeleiding in hun ontwikkeling is van essentieel belang! In groep 2 wordt de basis gelegd voor het latere succes in de schoolloopbaan van de kinderen. Er wordt onder andere hard gewerkt aan voorbereidend lezen, schrijven, rekenen, woordenschat, kennis van de wereld en de kinderen leren veel op sociaal emotioneel gebied. Door thematisch te werken, geven we betekenisvol les aan de kinderen. Kinderen beleven een onderwerp van A tot Z.

Wat gebeurt er dan allemaal in groep 2?

Executieve functies (zelfsturing)

Er wordt veel aandacht besteed aan de zogenaamde executieve functies. Executieve functies sturen je gedrag, gedachten en emoties aan. Het zijn regelfuncties die vanuit je hersenen zorgen voor doelgericht en aangepast gedrag. Executieve functies zijn simpel gezegd denkprocessen die belangrijk zijn voor jouw functioneren in het dagelijks leven. Door executieve functies kunnen wij als mens doelbewust handelen, en strategie ontwikkelen of om op tijd met verschillende stappen te beginnen. Hieronder een korte omschrijving van iedere functie en hoe je dit zou kunnen terugzien bij kleuters (of juist niet!):

  • Responsinhibitie: impulsbeheersing. Het vermogen om na te denken voor je iets doet.
  • Bij kleuters: op je beurt wachten, in de rij kunnen blijven staan. Je kunnen inhouden als je heel boos bent.
  • Werkgeheugen: het vermogen om actief je geheugen te gebruiken. De vaardigheid om bij de uitvoering van complexe taken de daarvoor noodzakelijke informatie beschikbaar te houden.
  • Bij kleuters: wat heb ik nodig voor deze opdracht of dit werkje? Denk ook aan geheugenspelletjes; ik ga op reis en neem mee … Of het kunnen herhalen van de instructie.Emotieregulatie: effectief omgaan met emoties. Het vermogen om emoties zo te reguleren dat ze het bereiken van doelen, het afmaken van taken of het houden van controle over gedrag niet belemmeren.
  • Bij kleuters: je over een teleurstelling heen kunnen zetten of rustig blijven als speelgoed wordt afgepakt. Kunnen zeggen wanneer je iets niet leuk vindt.
  • Volgehouden aandacht: de vaardigheid om aandacht bij een taak of situatie kunnen houden, zonder te worden afgeleid door gebeurtenissen om je heen of gevoelens van vermoeidheid of verveling in jezelf.
  • Bij kleuters: tijdens een spelletje blijven opletten en blijven meedoen. Bij het voorlezen je niet laten afleiden door het kind naast je.
  • Taakinitiatie: taakmonitoring. Het vermogen om direct aan een taak te beginnen en te kijken wat er nodig is om de taak te starten.
  • Bij kleuters: de juiste werkplek zoeken en direct starten zonder af te dwalen van het einddoel.
  • Planning/prioritering: het vermogen om gedachten, taken, spel en opbergruimtes te ordenen en toegankelijk te houden.
  • Bij kleuters: kunnen bedenken wat je nodig hebt voor een werkje en dat verzamelen voor je begint. Bedenken op welke dag je welke taak doet. In spel: een plan maken en je ook aan het plan houden.
  • Organisatie: Het vermogen ‘systemen’ te ontwikkelen en te onderhouden om informatie en materialen te verzamelen en toegankelijk te houden.
  • Bij kleuters: bijvoorbeeld weten waar alles staat als je moet opruimen.
  • Timemanagement: de vaardigheid om in te schatten hoeveel tijd er beschikbaar is en hoe je deze kunt indelen om een deadline te kunnen halen.
  • Bij kleuters: bedenken dat je niet lang over je drinken kan doen als je binnen bepaalde tijd ook nog moet eten. Je bewust worden van tijd.
  • Doelgericht gedrag: doorzettingsvermogen. Inzicht hebben in eigen houden en gedrag. Het vermogen een doel te formuleren, te realiseren en daarbij niet te worden afgeleid of afgeschrikt door tegengestelde belangen of verleidingen.
  • Bij kleuters: je bouwwerk proberen af te maken, hoe moeilijk het ook is.
  • Flexibiliteit: het vermogen om te kunnen omgaan met veranderingen. De vaardigheid om plannen en routines te herzien als de omstandigheden veranderen.
  • Bij kleuters: niet van slag raken wanneer dagritmekaarten ineens omgedraaid worden. Tegen een verrassing kunnen. Niet in paniek raken van een brandoefening.
  • Metacognitie: gedragsevaluatie. Het vermogen om eigen gedrag te observeren en vast te stellen of het voldoet aan expliciete verwachtingen en ongeschreven sociale regels.
  • Bij kleuters: de gezichtsuitdrukking van iemand kunnen begrijpen als jij iets geks doet. Kunnen zien wat jouw aandeel is tijdens een bepaalde gebeurtenis, bijvoorbeeld op het plein.

Spelend leren

De kinderen groeien, bloeien en ontwikkelen op een spelende manier. De kinderen worden intensief begeleid in hun spel. Leerkrachten, onderwijsassistenten en stagiaires spelen met de kinderen met achterliggende doelen. De onderwijsprofessionals weten aan welke doelen ze werken met de kinderen.

VVE-begeleiding en NT2-begeleiding

De kinderen die een indicatie VVE of NT2 indicatie hebben, worden in kleine groepjes of 1-op-1 extra begeleid in de ontwikkeling van de Nederlandse taal. 

Ouderbetrokkenheid

Om kinderen in hun ontwikkeling optimaal te kunnen begeleiden en coachen, is een goede samenwerking met ouders noodzakelijk. We vragen daarom aan ouders om thuis bijvoorbeeld samen te oefenen met kinderen (taal, rekenen, schrijven etc.), te praten met kinderen, samen te kijken naar Bereslim en onze zorgen te delen met elkaar. Ouderbetrokkenheid kan bestaan uit het helpen bij uitstapjes, de school versieren, spullen mee te nemen van thuis etc. Maar ouderbetrokkenheid kan ook verdergaan dan dat! Gesproken wordt dan over educatief partnerschap. Denk hierbij aan bijvoorbeeld dat ouders in de klas komen vertellen over hun beroep (een gastles). Tutorlezen kan ook een vorm zijn van educatief partnerschap.

Zoals jullie kunnen zien, gebeurt er stiekem heel veel in groep 2! Als de goede dingen gebeuren en de dingen goed worden gedaan dan wordt er een stevige basis gelegd in groep 2 en kunnen de kinderen verder groeien en bloeien. De kinderen kunnen de personen worden, die ze zelf zijn.